Wist u dat Don Quichotte ook een keer noordelijk is geweest? Na het debacle met de Spaanse windmolens is DQ namelijk eerst over de Pyreneeën via Frankenland richting de Lage Landen getrokken. Echt, luister! DQ had gehoord over het Noorderlicht en was er van overtuigd dat het zien daarvan hem de magische krachten zou geven om al het onrecht in de wereld te kunnen verslaan. Vervolgens kwam hij in Holland óók windmolens tegen..
“Alle-draken-en-kasteelvrouwen-nog-aan-toe, SP, wat treffen wij hier nu … Lees verder
Categorie: Haarlem
‘Gatverjaggie, wat een waterig papje’, verzuchtte de oudste zoon. De andere twee puistige pubers keken vol afschuw naar het grijze, sliertige, koude goedje dat een goed voedende avondmaaltijd moest voorstellen. Dulcinea weende met ingehouden snik haar bittere tranen. Vele barre jaren in de bijstand hadden haar ooit zo glanzende huid en heldere ogen vaal en droefgeestig gemaakt.
Plotseling klonk buiten een helder en dapper kataklop, kataklop. Het vage schijnsel van de keukenlamp brandde ineens voluit en verwachtingsvol keek het hele … Lees verder
Don Quichot is helemaal moe. Hij heeft geen zin meer in avonturen. Zelfs zijn oude manier van spreken vindt hij niet meer van toepassing. Hij vindt het totaal overdreven en ouderwets. Dus wordt dit verhaal op een heel eenvoudige manier verteld, met korte zinnen en gewoonlijke woorden.
Hij wil graag gewoon met rust zijn, maar zijn baan vergt veel aandacht. Elke dag vergaderingen, en hij moet veel beslissingen nemen – men verwacht van hem dat hij weet wat er moet … Lees verder
DQ en SP komen op hun houten paard aan bij een hemelsblauwe poort. Als die open gaat, op een kiertje maar, komt er schitterend licht naar buiten. Een warm welkom is niet meer van deze tijd, dus verschijnt er een poortwachter die de deur achter zich sluit om wat strenge vragen te stellen en algoritmes toe te passen. Hij heeft training gevolgd bij de Immigratie- en Naturalisatiedienst, dus is door de wol geverfd. “Zo heren, wat brengt u hier? Maar … Lees verder
Eindelijk wordt ik weer eens van stal gehaald. Ze denken dat ik een sufferd ben, omdat ik een ezel ben. En dat is nogal dom want ik ben een ezelin. Dat is een wereld van verschil met een ezel. Lijkt me, maar goed, ik zal wel weer dom zijn. Ik weet dat ik niet voor vol wordt aangezien door de mensen in dit dorp. Ik was goed voor werken: de kar trekken. En baren: kleine ezelkindertjes die dan weer verkocht … Lees verder
‘Dulcenea, Dulcenea, o schone Dulcenea,’ in zichzelf mijmerend loopt Don door de lange gang. De tl-buis flikkert. Plots slaat er een deur open waar hij tegenop botst. Het zonlicht stroomt de gang in, hij ziet haar staan, haar silhouet uitvergroot in de deuropening.
‘Goedemiddag meneer,’ klinkt haar klare stem, ‘Hoe gaat het met u?’
‘Oh, uh, goed… denk ik,’ hij staart haar aan en wil van alles zeggen maar weet ineens helemaal niets meer. Ze glimlacht en wiegt door naar … Lees verder
Don zat op het puntje van zijn stoel van het grote kille kantoor waarvan de kale witte muren op hem afkwamen.
Hij gromde naar de glanzende oplichtende computer die op zijn bureau stond. De witte leegte van het scherm wachtte op actie. Hij keek zijdelings naar het hobbelpaard dat naast hem bij het bureau stond en dat van zijn opa was geweest. Opa vertelde dat hij vroeger toen hij klein was een eigen paardje had waar hij altijd mee op … Lees verder
Don Quichot, de doldwaze dromer.
Vandaag tikt de klok tergend langzaam, de wijzers nemen de tijd voor elke seconde die stroperig voorbij kruipt. Gisteren gleed de tijd toch iets sneller. De roestige hoeven schrijden voort en mijn Rocky bezwijkt haast onder het gewicht van mijn doffe, krakende harnas. De naden schuren in mijn liezen en laten een bloederig spoor achter. Als ik straks in de goot lig, dan word ik zeker gevonden. Zullen ze me missen? Natuurlijk, want ik geef … Lees verder
De laatste uren van Don Quichot
Met lood in mijn schoenen betrad ik de kamer. Middenin stond een groot hemelbed en door een smalle spleet tussen de gordijnen lag hij daar; mijn held, mijn grote voorbeeld. De man die mij mijn hele leven geïnspireerd had, mij had laten inzien wat de zin is van het leven. Door hem was ik de goedheid weer gaan inzien van de mensen.
Zachtjes zette ik zijn helm op het nachtkastje naast een kopje met … Lees verder
Slonzen. Dat zijn ze. Allemaal. Ongelooflijke viespeuken. Zo gewend zijn ze eraan om altijd weer in een schone kamer terecht te komen dat het niet eens bij ze opkomt dat de rotzooi die ze maken door echte mensen wordt opgeruimd. Echte mensen zoals zij. Dulcinea. De schoonmaakster van het bedrijf. De voetveeg. De onzichtbare kracht achter wat hier allemaal gebeurt en tegelijkertijd degene die daar de minste waardering voor krijgt. Ze zucht terwijl ze de kopjes opstapelt. Waar hebben ze … Lees verder
Don Q was heel blij dat hij eindelijk weer thuis was, had zó verlangd naar een dagje he le maal niks… Lekker rustig ff bijkomen van al zijn avonturen, gelukkig had hij geen afspraken in zijn agenda. Behalve dan de Algemene Periodieke Keuring (APK) van zijn paard Rokkie Nantes: daar kon hij eigenlijk niet onderuit.
Zijn vriend Poncho Sanchez zei wel eens: Stel nooit uit tot mañana wat je heden door wie dan ook kunt laten doen… Die gedachte sprak … Lees verder
Don Quichot, de ridderlijke edelman, verlangt naar zijn grote liefde Dulcinea.
“Liefde is het meest goddelijke wat een mens kan overkomen en deze vrouw vervult mijn fantasieën tot hemelse hoogten. Ik wil haar vinden.”.
Don Quichot is zijn grote liefde Dulcinea uit het oog verloren toen hij ten strijde trok tegen de religieuzen. Zij die predikte dat het tijd was voor een nieuwe wereldorde. Hij trok door dorpen en steden op zoek naar hen om hun te bekeren tot zijn … Lees verder