Tijdens de tournee van ‘De vernuftige edelman Don Quichot van La Mancha’ schrijven meer dan 1000 auteurs in het hele land nieuwe avonturen van Don Quichot. Je leest ze op deze site.

Categorie: Nijmegen (Pagina 1 van 5)

Hoofdstuk 528: Over hoe Don Quichot de held is van Rocinante of andersom – Shelly Roso

Zie hem daar, mijn heer van kleur Don Quichot. Zoals hij is er geen één, nu, nooit, nimmer. Vergeet dat niet mijn beste burgers!
Voor velen een zwendelaar, een zot. Voor enkelen een virus zoals er niet één nog is geweest, die de hele mensheid wilt uitroeien. Zulk gedachten is pas waanzin.

Zie hem daar toch, heer Don Quichot, die de stevig gebouwde, ge-uniformden aanziet voor blauwe tornado’s met spionage ogen. Volop in de aanval, het zwaard gericht op de … Lees verder

Hoofdstuk 527: Waarin Don Quichot de bloemetjes buiten zet

Opgetogen reed Don Quichot richting de markt in het dorp. De zon streelde zijn wang en de vogels kwinkeleerden dat het een lieve lust was. Vandaag was een heuglijke dag: zijn geliefde Dulcinea verjaarde en Don Quichot had grootse plannen om haar te verrassen met bloemen van het helderste azuurblauw: gentianen, haar lievelingsbloemen.

Zijn neus ving de geuren op van lelies, tulpen en hyacinten… maar geen gentianen. Bloemenkoopman Pedro stond hem al op te wachten, maar hij moest Don Quichot … Lees verder

Hoofdstuk 526: Over hoe Don Quichot een onverwachte avond tegemoet gaat, nadat hij van Sancho een mysterieus bericht krijgt…

Is het waar? Het kan niet anders, of de boodschap komt van Dulcinea zelf!
Op dit avontuur mag je mij vergezellen, Sancho, maar je zult begrijpen, dat hoe dan ook , als het grote moment daar is, je ons alleen laat. Het wordt een fantastische avond!
Dank Sancho, voor die heerlijke wijn. Wat fijn dat je zo behulpzaam bent. Je bent een man op wie ik kan bouwen, je bent je gewicht in goud waard. Wat de liefde met mij … Lees verder

Hoofdstuk 525: Waarin Don Quichot dromen in hogere sferen wel heel letterlijk oppakt.

Don Quichot gunt zich nog een laatste mijmering over zijn op handen zijnde nobele strijd. Sancho Panza heeft zijn meester niet op andere gedachten kunnen brengen. De edele ridder gaat de mensheid namelijk redden van de verloedering!

Een briesend paard komt tot stilstand in de drukste winkelstraat van Nijmegen; mensen staan stil en kijken wel erg vreemd op van deze edelman in harnas, uit vervlogen tijden.
Vliegensvlug maakt de ridder gebruik van de ontstane verwarring en hij spietst zo 1, … Lees verder

Hoofdstuk 523: De val van de zevende toren

Terwijl de deur van zijn kantoor hard in het slot valt, opent Victor het raam. Zijn hart lijkt uit zijn borst te komen. Een menigte kwade beleggers wil het beursgebouw La Mancha bestormen. Hij moet ten strijde!
Ellen, het bakkersmeisje is er voor de lunch. Haar blonde paardenstaart, zwiept speels achter haar aan. Zijn jonkvrouw Dulcinea. Met lokken zo samen gebonden, lijkt ze ook op zijn strijdros, Rocinant. Kon hij haar maar berijden. Het lef bezitten, om haar te veroveren. … Lees verder

Hoofdstuk 522: Jong geleerd, oud vergaan

Zoveel immens, intens lijden. Zoveel doden… Heer Dokter DonKushot kon het niet meer aanzien. Zelfs zijn hartsvriend Sancho was ten prooi gevallen aan covid; hij had het aardse gelukkig niet verlaten. Edoch.. het ging hemel schreiend slecht met hem. Diens geïmporteerde cocaïneopbrengsten liepen sterk terug door de pandemie. Gelukkig had hij meer succes met zijn innovatieve Sancho’s Stethoscopenproject. Don Kushot bevoelde en kuste zijn eigenste Sancho Stethoscoop. Deze gaf hem en zijn nieuw passie vleugels. Zijn wapenuitrusting had hij aan … Lees verder

Hoofdstuk 521: Waarin Don Quichot in een droom verschijnt.

Languit lag Donny op de bank. Hij had weer een doorwaakte nacht met de monsters van Plutarchus doorgebracht. Dozijnen draken en gevleugelde griffioenen had hij geveld met zijn zwaard. Hij was bedreven in de gevechtskunst waarmee hij de prehistorische monsters in zijn favoriete game kon verslaan. Maar hij was in een fase dat hij de buitenwereld als een bedreiging was gaan voelen. Mensen waren monsters voor hem.

“Kom Donny, het is tijd om naar buiten te gaan. Rocco en ik … Lees verder

Hoofdstuk 520: Waarin Don Quichot afrekende met een onzichtbare orka

“Trekt toch ten strijde, oh dwaze, dralende Sanchos Panza!” riep Don Quichot met gedecideerde doch trillende stem, zijn trouwe strijdros Rocinant stevig in zijn tengere handen. “Alvorens het avondgloren de horizon bereikt, moet onze missie geslaagd zijn”. Sanchos Panza kwam aarzelend dichterbij, met in zijn hand een schots en scheef zwaard van geperst karton, dat zijn meester voor hem in elkaar geknutseld had. “Mijn vernuftige heer, wees toch rationeel” bracht Sanchos Panza aarzelend te berde. “Een onzichtbare orka kan toch … Lees verder

Hoofdstuk 519: Waarin Don Quichot de wereld gaat redden door te wortelen naast zijn geliefde Dulcinea

Op een ochtend verscheen onze koene ridder op kantoor gekleed in een wetsuit, een met energiedrank gevulde drinkzak op de rug, en onder zijn arm een houten nestkastje met een blauw dak. Zonder woorden trok hij zijn arme ondergeschikte de deur uit. In het aangrenzende Park Brakkenstein liep hij naar een wat verwilderde beukenlaan.

“Aanschouw hier de eregalerij van strijders tegen de verloedering van het klimaat. Vandaag ga ik mij in hun gelederen voegen, naast de lieftallige Dulcinea die mij … Lees verder

Hoofdstuk 518: Waarin de Kronenburgersingel even wereldnieuws werd

Hier hang ik dan. Is dit het einde van mijn ridderschap, mijn dolende bestaan, is dit mijn point of no return? En hoe kan het dat ik, de legendarische ridder die reuzen bedwong, en slechts beschermd met een papieren helm de wereld tot voorbeeld was, nu omringd wordt door blauwe flitslichten en jankend lawaai?
Zelfs als ik terug denk op deze gedenkwaardige dag, de honderdste van het jaar wat toch een duidelijk teken zou moeten zijn, is slechts vertwijfeling mijn … Lees verder

Hoofdstuk 517: Waarin Don Quichot zich een slecht kleermaker betoont

Don Quichot had juist zijn paard Rocinante aan Sancho Panza overgedragen met de opdracht het dier te stallen, toen er een figuur kwam aangelopen. Bij nadere beschouwing bleek – hoewel deze persoon een broek droeg – het geenszins om een manspersoon te gaan. Integendeel, Don Quichot zag direct dat hij te maken had met een jongedame en wel een zeer edele bovendien, die incognito reisde.
“Hoi,” zei de jonge griet.
Don Quichot gebaarde Sancho Panza aan de kant te gaan … Lees verder

Hoofdstuk 516: Over hoe Don Quichot besloot voor zichzelf te kiezen

Het leek een doodgewone ochtend tot Don besloot dat hij zijn doodgewone leven te doodgewoon duidde. Zijn hedendaagse bestaan was hij zo ontzettend zat, vanaf vandaag zou zijn leven veranderen. Hij maakte een afspraak met de levensverbeteraar om zijn droom te verwezenlijken. Hij had zich voorgenomen vandaag voor zichzelf te kiezen, zich niet te verliezen of te vergeten in de drukte van het leven of het bestaan en alle heroïsche heldendaden die hij telkens weer verrichtte, waar hij telkens weer … Lees verder

Hoofdstuk 515: De Malle Molenaar van La Mancha

De Malle Molenaar van La Mancha

In de loop der jaren raakte de molenaar beetje bij beetje gehypnotiseerd door de eeuwige draaiing van zijn molenwieken en uiteindelijk kostte hem dat zijn gezond verstand. Dan kwam hij met paard en wagen aan bij zijn molen en meende hij dat de stapel graanbuilen een kasteel vol kwaadaardige trollen was. In zijn verbeelding ging hij die dan te lijf. Een strijd waarin hij altijd zegevierde, luid toegejuicht door de dorpelingen. Althans, dat meende … Lees verder

Hoofdstuk 514: De Don Quichot in je

Een oranje, rode zon verschijnt aan de horizon: een nieuwe dag, een nieuw élan, tintelingen in het bloed, die iedereen voelt. We staan aan het begin van een nieuwe tijd, een nieuw perspectief. En met dat laatste moeten wij, ik en mijn maat, het even doen. Want het is eigenlijk midden in de nacht, stikdonker.
Om 2 uur ’s nacht heeft hij mij wakker gemaakt. Kleren heb ik al aan. Ik schiet hoodie en schoenen aan. De potten verf en … Lees verder

Hoofdstuk 513: Het Hoofdstuk van de Stelende Geest

Met zijn hand reikt hij dwars door het lichaam heen.
De ogen van Don Quichot sperren zich wijd open. Vóór hem is zijn grootvader herrezen.
Maar grootvader Maximalori is dood!
Voorzichtig prikt hij nog eens met één vinger die als vanzelf in grootvaders schouder verdwijnt.
Een siddering gaat door Don Quichot heen. Gedachten racen als een Ferrari door zijn hoofd.
‘Grootvader, hoe kan dit nu, wat is dit voor hemelse wederdaling?’

‘Ik kom een wens des levens vervullen Don Quichot. … Lees verder

Hoofdstuk 512: Waarin Don Quichot blind leerde vertrouwen.

Gehuld in duister voelde Dulcinea een aanwezigheid waarvan zij niet exact wist waar deze zich bevond. Ze hoorde het wassende water tegen de kade klotsen terwijl de boot danste op de golven. Al deze gewaarwordingen maakten het moeilijk voor haar om zich te oriënteren.

In datzelfde duister ontwaarde Don Quichot in het glanzende maanlicht de prachtigste gestalte die hij ooit had gezien. Haar robuuste rondingen en lange haren, watergolvend in de wind, betoverden hem. Behoedzaam sloop hij dichterbij om haar … Lees verder

Hoofdstuk 511: De knol van Don Quichot

Ik ben dus zo’n coronaknol. Meneer zat niet lekker in z’n vel, schafte mij aan en nu de pillen hun werk doen en de wereld niet meer gered hoeft te worden, mag ik weer weg. Het harnas dat mijnheer De Ridder op Marktplaats aanschafte ligt alweer bij het oud ijzer. Afgedankt, net als ik.

Hemel en aarde zouden we bereizen. De wereld van de slechte gewoontes van de mens en zijn bijbehorende schuldgevoelens bevrijden. Windmolens bevechten. Maar weet je hoe … Lees verder

Hoofdstuk 510: Over Don Quichot die zijn schrijver dreigt te verslaan

Ik wil mijn muze zien! Mij in aanbidding aan haar voeten vleien, haar bewieroken en bezingen, in zinnelijk gefluister het hof maken en gepassioneerd beminnen. Maar ik wordt hier van weerhouden door een hogere macht, die zichzelf ongenaakbaar acht.
Don Quichot is boos. Het Waalwater kolkt en klots tegen de kade. De kinderkopjes brengen de ridder uit balans. Kijk dan Sancho, buldert hij struikelend tegen de storm, hier is zijn zwakke plek, de rand van de pagina van dit vage … Lees verder

Hoofdstuk 509: Hoe Don Quichot met zijn afvalzuiger de Hema probeerde leeg te zuigen zodat zijn Dulcinea kon dansen.

Sprankelende Dulcinea, mijn lief in de ambtenarentoren, heb je vandaag nog een wens? Nee ik weet het.. je diepste wens is ruimte, ruimte om je hart te laten dansen. Vandaag zullen ik en mijn afvalzuigmachine, mijn straatveegpaard Gluton dromen waar gaan maken.. mijn lief, mijn dansende lief.. zo zie ik je in mijn geest al door de Hema zweven, ongehinderd door Nijntjekruiken of afgeprijsde bruine leggings. In de allervroegste vroegte ram ik door de ramen bij de warme snelle hap. … Lees verder

Hoofdstuk 508: Don Quichot in de sneeuwstorm

Toen Don een kleine jongen was had hij een besluit genomen, telkens als hij zelf geen zorgen meer had, zou hij andermans zorgen verlichten, bij voorkeur natuurlijk: wegnemen. Dat riddertje van toen was altijd in zijn hart gebleven. Gisteravond had Don weer eens dat gevoel bereikt: heerlijke zorgeloosheid.
Hij voelde zich fit en energiek, hij had verschillende doelen in zijn leven en voelde zich intens tevreden in het hier en ook in het nu. Vanzelfsprekend kwamen toen de kriebels, het … Lees verder

Hoofdstuk 507: Over hoe Don Quichot de robots verslaat

Het leek een doodgewone middag toen ik, DQ, samen met Sancho, mijn trouwe bediende, in mijn verkooppaleis voor draadloze mobiliteit mijn iPad aanzwengelde om nieuw gedownloade ridderverhalen tot mij te nemen. Hoe meer ik er las, hoe meer ik mijzelf herkende in de heldhaftige, intelligente, sterke ridders. Ook de avonturen leken mij steeds meer de werkelijkheid, bedolven onder de roest van het dagelijks leven. Ik keek de zaak rond. Alles lag er eenzaam en stil bij. Door het raam heen … Lees verder

Hoofdstuk 506: Over hoe Don Quichot op zijn wolk de hemel bestormd

‘Pffff, pfff, pffff. Oh zie mij! Als koningin van de wolken aanschouw ik uw allen. Ik, wolkenvaarder, zweef, vaar en voer aan, zodat wij allen de juiste koers varen.’

Een vochtdruppel rolt over Don Quichot (she/her) haar knipperende ooglid, over haar wimpers, haar rechterwang, haar mondhoed, via haar kin. Plons. Hij spat uiteen en drijft zich een vlek in het het kussen tussen haar benen. Don Quichot (she/her) veegt met haar rechterhand over haar voorhoofd.

‘De lege lucht zal gauw … Lees verder

Hoofdstuk 505: De vragen tikken door

“Dus, “ dokter Carrasco keek op en neer, zijn blik gleed van mijn gezicht naar het document voor zich, “vindt u escapisme de oplossing?” Hij wachtte mijn antwoord af. “U kunt niet zo doorgaan, dat begrijpt u wel hopelijk.” Het was stil. Zo stil dat als iemand een geluid zou maken dat het klinkt alsof er een bom afgaat.
Klik, klak, klik, klak, Moeder Natuur blies en lachte naar mij terwijl mijn paard zijn pas versnelde. Klik, klak, klik, klak, … Lees verder

Hoofdstuk 504: Het ontstaan van een legende door een draakkat, lantaarnpaal en een bezorgde moeder

De wind sloeg tegen het huis en liet de luiken klapperen, de regen gutste door de gaten in het plafond en de donders rolden over de omliggende weilanden. Maar hij was niet bang. Hij was nooit bang. Er was nog nooit iemand zo niet-bang geweest als hij.
Een blond koppie rende door de bibliotheek van het huis. Haastige spoed was zelden goed, dat had zijn moeder hem altijd gezegd, maar dat was niet het motto wat hij na leefde. Nee, … Lees verder

Hoofdstuk 503: DAR komt de vijand

Het moet heel vroeg zijn geweest toen de vijand ons dorp was binnengevallen. Het was nog donker. Ik hoorde een ronkende motor en zag door de gordijnen. de grote groene wagen. DAR stond er in grote letters op. Degelijk Aanvalsrecht vermoedde ik. Ze meenden het recht te hebben om mijn geliefde dorp aan te vallen. In elke vezel van mijn lijf voelde ik opstand en ik zou mij met hand en tand verzetten tegen welke inval dan ook. De groene … Lees verder

Hoofdstuk 502: Werk en draken

Donna keek op haar horloge, het was twee over twaalf. Als ze nu nog zou rennen zou ze op tijd voor werk zijn. “Kun je me met de auto brengen, mam?” “Ik zou niets liever hebben gedaan dan mijn moederliefde betonen door mijn dochter naar de mooie locatie genaamd “werk” te brengen.” Helaas zal ik om in de avond een maaltijd op tafel te kunnen zetten, me naar het weelderige woud moeten begeven in de weinige tijd die beschikbaar is.” … Lees verder

Hoofdstuk 501: Don en het stalen ros conflict

Dit is het verhaal van Donaldus Frederick janssen, ook wel Don, die ooit stinkend rijk was maar alles verloren was. Nu is hij dus verplicht om te werken in een oud slecht verlicht vervallen treinstation waar het enige kleurrijke de knalgele treinen zijn. hij was zo ongelukkig dat hij besloot een trein te stelen van het bijna ingestorte station en de wijde wereld in te trekken. Door het vele werken in het muffe oude station was het beoordelingsvermogen van Don … Lees verder

Hoofdstuk 500: Don Quixote en de struikrovers

Voordat Don Quixote stierf wou hij nog graag een vrolijk verhaal vertellen om zijn droevige familie op te beuren. Dit verhaal speelde zich af toen Don Quixote alleen rondtrok omdat Sancho even was achtergebleven in een herberg. Hij ging op pad met zijn paard Rocinante en kwam op een gegeven moment drie struikrovers in bruine gewaden tegen, maar in zijn verwarring dacht Don Quixote dat het pelgrims waren. Hij sprak de pelgrims dan ook met eerbied aan waarop de struikrovers … Lees verder

Hoofdstuk 499: Epiloog: Het verhaal van Sancho, die op zoektocht ging naar Dulcinea

Het volgende dorp kwam ondertussen alweer in zicht. Sancho had twee dagen en twee nachten rondgelopen op weg naar Paello. Zou hij hier wel de antwoorden vinden die hij zo zocht? De mensen uit de vorige plaats hadden hem hiernaar doorverwezen. Paello was een klein dorpje, maar men die daar woonde wist alles uit de omgeving. Ze werden zelfs helderziend genoemd door de dorpsgekken van een aantal plaatsjes verder. Zouden hier wel sporen te vinden zijn van de beruchte Dulcinea, … Lees verder

Hoofdstuk 497: Waarin Sancho leider was van de maffia

Sancho zit naast het bed van de stervende Don Quixote, ‘El Caballero’, zijn baas. Wanneer de Don zijn laatste adem uitblaast staat hij op en loopt hij naar buiten. Hij zegt tegen de wachtende leden van de La Mancha maffia “Het is voorbij, de Don is dood”. De nieuwe Don Sancho neemt de verzwakte maffia-operatie over van de Don. Don Quixote had namelijk de gewoonte om zijn verbeelding te laten overwinnen van de werkelijkheid, waardoor hij vaak in zijn hoofd … Lees verder

« Oudere berichten

© 2024 Verhalen van Don Quichot

PRODUCTIE VAN OPERA2DAYBoven ↑