Tijdens de tournee van ‘De vernuftige edelman Don Quichot van La Mancha’ schrijven meer dan 1000 auteurs in het hele land nieuwe avonturen van Don Quichot. Je leest ze op deze site.

Categorie: Groningen (Pagina 1 van 2)

Hoofdstuk 242: Don Quichot wil een bal

Don Quichot, na een lange slaap door moeheid, wordt eindelijk wakker in zijn huis. Hij staat op en kleed zich aan in zijn ridder pak. Hij gaat naar beneden en heeft meteen door dat hij een enorme honger heeft. Hij gaat naar de koelkast, opent de deur, en…
Er zit niks in de koelkast… Misschien in de diepvries?
Nope…
Na een lange en langzame zucht, gaat Don Quichot naar buiten en loopt naar zijn favoriete snackbar: Schuur de Paard. Hij … Lees verder

Hoofdstuk 241: Dima P en de nieuwe wereldorde

Na een lange dag vol slaapverwekkende vergaderingen ging Dima een visje eten bij de haven. Stierlijk vervelend. En daar lag ze te pronken, een prachtige, goudkleurige onderzeeër, onweerstaanbaar. Hij moest erop af. Zijn maatje Job zei nog, doe het niet, maar Dima kon zijn ogen er niet vanaf houden. Intussen appte hij Laura en vroeg haar samen de avond door te brengen. ‘Ik stuur een taxi’ overreedde hij haar. ‘En wel een bikini meebrengen’ appte hij nog. Hoewel ze hem … Lees verder

Hoofdstuk 240: Een romantische player

Don Quichot ligt in zijn bed en droomt van zijn geliefde, Dulcinea. Hij droomt van haar grote ogen, die gisteren nog naar hem opkeken, toen hij één van de kamers van zijn grote villa binnenkwam, en zij in haar avondjurk, clutch in de hand, naar hem opkeek en zei: ik moet hier nog even afstoffen hoor, meneer! Zo lieflijk en schoon, zo… zo’n bijzondere vrouw! Hij had diep voor haar gebogen en gezegd, oh, u mag alles doen wat u … Lees verder

Hoofdstuk 239: Donny en zijn wolf die hij wéér niet ziet!

Donny gooit met een druk op de knop zijn handtekening onder de koopovereenkomst. “SASCHSA”, roept ie, “We gaan naar Drenthe. We gaan die arme schaapsherders helpen om hun kudde te beschermen tegen wolven. Zij moorden gewoon alle schapen uit waardoor ze dreigen uit te sterven. Ik heb het Heideschapelderveld gekocht en we gaan er onmiddellijk heen!

Eindelijk heeft hij iets gevonden wat daadwerkelijk hout snijdt, denkt Sascha, na al die domme droom-avonturen iets realistisch. Sascha doet haar muts op en … Lees verder

Hoofdstuk 238: Hij was een beetje dom

”Hij is een beetje dom”

Al voordat ze het gezegd had, had ze enorme spijt.
Nu kon ze het helemaal wel vergeten om meer dan zo maar een vriendin te zijn. De kans om zijn prachtige prinses te worden leek verkeken. En ze had het nog wel zo goed aangepakt. Een geinig giecheltje hier een gulle glimlach daar. En dan haar kleding. Haar stijl was echt fantastisch. Zo gedistingeerd. Echt elk meisje was jaloers op haar fantastische garderobe.
Zij was … Lees verder

Hoofdstuk 237: DQ overschrijdt grenzen

DQ overschrijdt grenzen.

Vanaf dat hij zijn wagen uitstapte werd haar al duidelijk dat deze meneer niet zo maar iemand was . Hier stapte iemand uit van een zodanig kaliber dat ze ter plekke bedacht had dat dit hem kon worden; een vader voor haar dochter. Niet om een dochter te verwekken, die had ze al maar om de vader van haar dochter te zijn. Toen DQ uitstapte en zijn chauffeur haar zijn jas aanreikte in de veronderstelling dat zij … Lees verder

Hoofdstuk 236: Als Dolce gelijk krijgt, draagt ze juwelen

Mag ik je iets vertellen over een vrouw uit mijn dorp? Ze woont in een eenvoudig huisje aan de rand van het bos. Ze heeft geen man en geen gezin, zoals de meeste andere vrouwen uit mijn dorp. Niet omdat ze vroeger lelijk was, onaardig of dom of zo. Nee, integendeel! Er kwamen vaak genoeg gewillige kandidaten aan haar deur, maar de vrouw had geen interesse voor hen. Voor wie het weten wilde: ze was al verloofd. Haar verloofde was … Lees verder

Hoofdstuk 235: Waarin onze Groningse Don Quichot gelijk heeft gekregen

Elke dag reden mijn vader en ik vanuit ons dorpje Slochteren naar het Provinciehuis van Groningen. Dit hebben we jaren gedaan. We begonnen in de jaren ‘80. Papa op zijn gele BMW-motor, zijn integraalhelm op zijn hoofd alsof het een ridderhelm was. Hij was een statige man, je zag dat hij uit een welgestelde familie kwam. Hij was trots, welbespraakt en elegant. En ik reed naast hem op de Puch. Een klein, dik, wat onhandig mannetje.

Als we voor het … Lees verder

Hoofdstuk 234: Sander, niet Sancho

‘Papa, je weet best dat ik Sander heet. Hou op me Sancho te noemen.’
Nee, dat is niet aardig, niet beginnen met vechten, ik wil alleen maar een half uurtje met papa praten.
‘Papa, ik ben het, je zoon Sancho.’
‘Dag Sancho, waar was je vanmiddag? Waar was je, toen mijn edelvrouwe haar schone gezicht liet zien?’
‘Ach, was Dolly er vandaag? Ik wist niet dat zij dienst had.’
‘Edelvrouwe Dulcinea zul je bedoelen! Heb een beetje respect voor haar. … Lees verder

Hoofdstuk 233: Don Quichot en de zingende wasvrouwen

Een straal zonlicht verlichtte de kluwen roestig blik, oude zeemlappen en rafelige touwen in de hoek van een klein vertrek waarin zich naast deze hoop slechts een bed bevond. Het kwam de kamer binnen door een openstaand raam, waarachter de ochtendzang van een vroege vogel opklonk. De straal verlichtte ook het gezicht van onze ridderheld, de held die zich in schijnbaar levenloze toestand languit gestrekt te bed bevond. De openstaande tandeloze mond, het benige hoofd, de door huidvel overhuifde oogkassen, … Lees verder

Hoofdstuk 232: Don Quichote’s genderstrijd

SP loopt het cafe binnen. Dulcinea bedient partime de bar.
SP – heb je een kop koffie voor me, Dulcinea? Ik heb ontslag genomen!
D – jeetje wat erg, tuurlijk.  < D gaat koffie zetten>
D – wat is er gebeurd?
SP – Don was weer helemaal de draad kwijt, ik riep Poetin, moordenaar was en toen zei hij dat ik een naieve volgeling van Sion was.
SP – ik ben een arabier! Toen heb ik onslag genomen! Ik ben … Lees verder

Hoofdstuk 231: Hoe Don Quichot zijn Joy Ride tankte

Jij gaat met mij mee. Je bent een mooie stalen ros. Een lekkere rijder. Zo eentje waarin je heerlijk kunt zitten. Lederen bekleding. Ja, je bent een beauty. Kom op, daar gaan we. Ik kon me niet inhouden meteen deze joy ride uit te voeren en gleed zo richting de horizon. Maar hij begon te haperen en ik zag dat het niet goed was. Wat een sof. Lederen bekleding, maar wel een slurper. Daar moest wat in gegoten worden. Ik … Lees verder

Hoofdstuk 230: De GGZ vindt er ook wat van

En toen was het genoeg! Weer een boete terwijl hij gewoon zijn recht als burger wilde uitoefenen. Hij gooide hem op de stapel en ging zitten aan de keukentafel. Hij deed zijn ogen dicht en zag de berichten die hij de afgelopen dagen, nachten, weken las op Twitter, ze tolden door zijn hoofd… de regering, de overheid, de bureaucratie, het was een complot! Ze wilden hem pakken!

Er was maar één oplossing; onzichtbaar worden. Hij ging naar zolder, zocht zijn … Lees verder

Hoofdstuk 229: Echte vaders gaan niet dood

“Probeer het eens, om me tegen te houden!”
De klap waarmee de deur in het slot viel klonk al net zo bozig als de voetstappen waarmee ik wegliep, het duinpad op. Ik hoorde Dulcinea nog iets naroepen, iets over ‘verantwoordelijkheid nemen… hoe oud bén je eigenlijk?”, maar ik dacht alleen maar: voor wie, en voor wat, en waarom?

Ach, het kon me ook helemaal niet meer schelen wat Dulcinea te zeggen had. Dit keer was ze te ver gegaan. Mij … Lees verder

Hoofdstuk 228: Waarin Don Quichot onzuivere koffie drinkt

Sancho Panza was een handige man. Door iedereen die hem kende, door mensen die hem niet echt kenden en zelfs door mensen die nog nooit van hem gehoord hadden, werd hij geroemd om zijn praktische vaardigheden. Moest er een band geplakt of een kabelgoot aan de muur bevestigd worden, dan wist iedereen hem te vinden. Zelf vond hij het niets bijzonders, het was voor hem de de normaalste zaak van de wereld om van een niet stofzuiger even de koolborstels … Lees verder

Hoofdstuk 227: “WIE DENK JE WEL NIET DAT IK BEN??”

De jonkvrouw die Don Quichot in zijn overspannen waandenkbeelden voor ogen had, keek droevig uit het raampje in haar bedompte torenkamer. Wat is het moeilijk om een niet-bestaand persoon te zijn, verzuchtte ze in stilte. Mijn verschijning kan slechts de vorm aannemen die Don Quichot mij heeft toebedacht. En niet alleen uiterlijk, ook mijn goede en slechte eigenschappen zijn afhankelijk van de mate waarin hij die kan verzinnen. Ik ben zo mooi als hij mij kan bedenken, waardoor ik ongetwijfeld … Lees verder

Hoofdstuk 226: “Mag ik een kopje koffie?”, vroeg het zevenkoppig beest die omhoog was gekropen uit de diepste krochten van de hel

‘O, mijn bloem, mijn zon in de nacht. Uw schone gelaat verlicht mijn vermoeide ronddolende hart. Neem mij mee, mijn Dulcinea, mijn sterrenbloem. Verlicht mijn pad waar ik ronddwaal als uw dienaar en ridder, wees mijn ster.’ Don Quichot slaakte neerslachtig een zucht. ‘Ach Sancho, mijn hart is aan het dwalen. Zoekend en zwervend zijn wij op weg naar de gevaren die loeren. Waar ben ik zonder mijn prinses. Waarom hebt ge mij met deze taak belast, mijn ster!’ Hij … Lees verder

Hoofdstuk 225: Spiegelbeeld

‘Waar ik aan begonnen ben?
Mijn handelswijze paste zo adequaat, zo accuraat in mijn omgeving, ik ervaar begrip, verstaanbaarheid, supportgevoel, voldragen empathie, zelfs “had ik ook maar zoveel durf”-medeleven.
En dan nu deze onvoldragen stumpers, lege hulzen, inhoudsloze aanpappers, bodemloze putten die mij durven te plaatsen in de retoriek van mijn verhaal. Zeker, het is mijn bijeengeraapt verhaal, bijna verdichtsel, zoals al mijn ingevingen zijn voorbedacht in het bestek van mijn opgedragen vertegenwoordiging. Zo immers, is dit mijn plaats, als … Lees verder

Hoofdstuk 224: Over de #prinses en de #ridder

“Sexyyy hoor, Dulce!”, met drie emoji’s van vlammetjes erachter. Afzender: Donnie Q98. De melding verschijnt op het scherm van mijn iPhone en is de eerste comment op mijn nieuwe Insta-post, slechts een halve minuut na het plaatsen. Dat is snel. Maar ik had ook niets anders verwacht. Donnie Q98 liket al mijn posts, en meestal zet hij er een comment bij in dezelfde trant als deze.
Ik open de app en klik op de foto. Het is ook een fantastische … Lees verder

Hoofdstuk 223: Malibu Barbie Windsor

Trisha Paytas lag in het ziekenhuis met haar baby in haar ene hand en in haar andere hand haar telefoon waarop zij live was. Ze maakte aan duizenden kijkers de naam van haar dochtertje bekend. “Hi guyzzz, jullie hebben net gekeken naar mijn bevalling. Dit is Malibu Barbie.” Op dat moment zag ze een melding op haar telefoon. “De koningin van Engeland is op 96-jarige leeftijd overleden.” Op dat moment klikt het allemaal, Malibu Barbie is de reïncarnatie van de … Lees verder

Hoofdstuk 222: DANKEY IN ZIJN BENTLEY

EINDELIJK! NA AL DIE JAREN SPAREN HEEFT DANKEY ZIJN BENTLEY GEKOCHT. DE AUTO STAAT EINDELIK OP ZIJN OPRIT. DANKEY ZIT AL SINDS ‘S OCHTENDS 02:00 UUR MET EEN STOEL EN EEN VERREKIJKER, VANUIT ZIJN RAAM, TE GLUREN NAAR ZIJN BENTLEY WAAR HIJ SMOORVERLIEFD OP IS. NIKS KAN ZIJN LIEFDE VOOR ZIJN BENTLEY ONTNEMEN, OF TOCH WEL…
ZODRA HET 08:00 WERD, PAKTE DANKEY DE SLEUTELS VAN ZIJN BENTLEY. HIJ ZAT IN ZIJN PRACHTIGE BENTLEY, DANKEY DRAAIDE MET ZIJN HANDEN OM ZIJN … Lees verder

Hoofdstuk 221: Don Quichot en de familieschat

Sancho Panza trok Don Quichot weer overeind en samen zeilden ze weg. Dagenlang waren ze op weg naar het eiland Dulcinea toen opeens de wind wegviel. “Oh nee,” riep Don Quichot, “zo komen we er nooit. Ons voedsel is alreeds op en het zuivere water is schaars.” De reis zou nog minstens 2 dagen duren dus veel tijd om een oplossing te bedenken hadden ze niet. Sancho Panza keek Don aan maar ook hij had geen idee. Peinzend gingen ze … Lees verder

Hoofdstuk 220: De papierversnipperaar

Dit verhaal gaat over hoe Don Quichot en Sancho Panza hun paard en ezel verloren.

Don Quichot probeerde zijn paard Rocinante te vinden in de schoolgangen, maar hij kon hem niet vinden. Dus ging hij naar Sancho Panza en vroeg Don Quichot aan hem: ‘heb jij Rocinante gezien? Is hij misschien bij jouw ezel?’. Sancho Panza hoopte al lang dat Don Quichot eindelijk stopte met hallucineren, Don Quichot verbeelde zich al lang dat Rocinante en Sancho’s ezel nog leefden maar … Lees verder

Hoofdstuk 219: Donnie Quichot; Spiderridder

Er was eens een jongen genaamd Donnie. Hij was twaalf jaar oud, ontzettend ambitieus en geobsedeerd met Spiderman. Iedere dag na school sloot hij zich op in zijn kamer en las hij Spiderman stripverhalen. Hij las ze zoveel dat hij op een gegeven moment zelfs over Spiderman droomde! Op een dag werd hij wakker en besloot hij dat het tijd was om zijn dromen na te jagen. Na school ging hij samen met Sancho, zijn jongere broertje, en Captain Roach, … Lees verder

Hoofdstuk 218: Archibald Schot van Ter Apel

Op zijn weg kwam Archibald Schot van Ter Apel Esmeralda tegen. De oude, uitgedroogde bingovoorzitter die hij al zijn hele leven kende en nu als zijn prinses en minnares beschouwde. Hij sprak tot Esmeralda: “Jonkvrouw, wat een toeval dat ik u hier tref mijn schoonheid.” Voordat Archibald zijn verhaal kon voortzetten, werd hij onderbroken door een krakkemikkige en geïrriteerde stem: ”Luister, rare vent, ik weet niet wie jij bent, ik ben bovendien ook getrouwd. “
“Genoeg, ik ben witheet van … Lees verder

Hoofdstuk 217: Memoires van Donald Quigley

In mijn ervaringen met de geweldige detective Quigley begon de zon elk moment samen met hem een respectabel deel meer te schijnen, maar een paar verhalen blinken uit. Hier begint het allerlaatste avontuur dat ik ooit met hem zou meemaken.
Hij had mij niet verteld wat er gaande was, totdat ik hem in een goede bui trof en hij het uit wou leggen. “Pancha,” vertelde hij, “er ligt een web. Een diep web. Achter alles wat wij doen, al het … Lees verder

Hoofdstuk 216: Ben je helemaal gek geworden!?

‘Ja! Ja, het is gelukt! Ik heb het doelwit in mijn vizier!’ zei Imani Melmis tegen mij, zijn partner Safir Panzimi. ‘Ik begrijp het niet.’ Zei ik. ‘Waarom zitten we samen in een loods aan de rand van Rotterdam? Wat doen we hier?’ ‘Ach, ach, Safir , mijn onnozele hulpje,’ zei hij ‘zoals ik je al ontelbare keren heb moeten vertellen, zit in deze loods het hoofkwartier van Xeetremiems, een internationale drugshandelaar die miljoenen heeft verdiend aan zijn drugshandel. En … Lees verder

Hoofdstuk 215: Monkey Shot

Er was eens een jongen, zijn naam was Shot.

Shot was eigenlijk heel erg saai, hij hield niet van spelen, hij hield niet van praten en hij hield bovenal ook niet van contact. Hij was erg verlegen, zo verlegen dat hij met niemand durfde te praten. Maar op een dag veranderde dat. Shot heeft iets gevonden dat hij leuk vond, een passie, iets waar hij de hele dag over zou kunnen praten. Shot had namelijk een film gekeken. Een film … Lees verder

Hoofdstuk 214: Donkey Shot en de glibberige draak

Dit is het legendarische verhaal van hoe Donkey Shot een glibberige gozer tegenkwam. Donkey Shot is aan het rijden terwijl hij een kleine glibberige gozer tegenkomt in sommige hun ogen wellicht een draak! Hij grijpt zijn lans, maar Sansjo Pansa verschuilt zich al achter de palm van zijn hand uit schaamte. Hij rijkt zijn lans in de richting van de kikker en gaat er volle snelheid op af. Net voordat hij de kikker op zijn lans spiest springt hij weg. … Lees verder

Hoofdstuk 213: De belangrijke strijd om de felbegeerde windmolen

Op zijn weg kwam Don Quichot jantje tegen bij de felbegeerde windmolen. Beide willen ze graag de windmolen van Sylvania hebben. Don Quichot en Jantje zijn erg boos op elkaar. De windmolen die iedereen wil veroveren, is erg bijzonder. Als je gewaardeerde windmolen in handen hebt, moet je strijden tegen de begeerde windmolen. Dat is een traditie wat elk jaar gebeurt. Terwijl zij aan het ruziën zijn, komt Gerda achter de omliggende bosjes vandaan. Gerda is erg sterk en een … Lees verder

« Oudere berichten

© 2024 Verhalen van Don Quichot

PRODUCTIE VAN OPERA2DAYBoven ↑