Is het waar? Het kan niet anders, of de boodschap komt van Dulcinea zelf!
Op dit avontuur mag je mij vergezellen, Sancho, maar je zult begrijpen, dat hoe dan ook , als het grote moment daar is, je ons alleen laat. Het wordt een fantastische avond!
Dank Sancho, voor die heerlijke wijn. Wat fijn dat je zo behulpzaam bent. Je bent een man op wie ik kan bouwen, je bent je gewicht in goud waard. Wat de liefde met mij doet, ik gloei, ik bloei. Sancho, zeg het alsjeblieft als ik doordraaf.
Ik, Don Quichot de dolende ridder, ben nog altijd een edelman. Mijn luit gaat mee op mijn rug, of dacht je soms dat ik alleen mijn zwaard goed kon hanteren? Ha! Bedwelmende drank en zoete klanken zal Dulcinea niet kunnen weerstaan. Hebben we het knapperige brood en het sappige fruit al ingepakt?
Sancho Panza knikte bevestigend en ze vertrokken.
Maak voort Sancho, maak voort Rocinant, we gaan naar mijn geliefde Dulcinea. Hop paardje hop, vol in galop!
Onder de afgesproken rode beuk bij de driesprong hielden de twee ruiters in.

Nu zei Sancho; Mijn maag rammelt zo hard, dat ik er bang van word.
We stijgen af, eten wat, we drinken alvast wijn, o heer Don Quichot,
daarna zal de Zoete vanzelf verschijnen.
Wacht, ik help u met het openen van uw vizier.
Geeft u mij de luit maar aan, het is tijd voor wat plezier.
Hij slaat een paar akkoorden aan.
Weet u nog welke beloften u mij heeft gedaan? Weet u nog hoe u mij heeft meegelokt?
Voor u heb ik mijn vrouw en kinderen achtergelaten, maar het enige waar u vol van bent, is uw dolend ridderschap en het het najagen van een schim aan de horizon.
Kijk mij in de ogen, heer, ziet u mij staan?
Duizend mijl heb ik u terzijde gestaan, ik wacht op mijn beloning!

Alstublieft, hier is uw luit, u mag u zelf verpozen.
Doolt u rustig verder zonder mij,
ik staak!

Na deze woorden uitgesproken te hebben, keerde Sancho Panza terug naar zijn gezin.